Steve Reich maakte naam als representant van de minimal music, maar houdt absoluut niet van deze term (evenals een andere representant van deze stroming, Philip Glass). Het basismateriaal mag dan soms sober en minimaal lijken, de uitwerking ervan kan zeer complex en uiterst maximaal zijn (ondanks of juist dankzij de vele herhalingen) en de verschillen tussen Glass, Reich en andere minimalisten zijn zeker zo groot als die tussen representanten van andere stromingen (bijvoorbeeld Bach en Handel, Haydn en Mozart, Schumann en Chopin, Debussy en Ravel, Stravinsky en Prokofjev, Berio en Boulez). Glass is veel meer een melodicus dan Reich, die zich meer baseert op het ritme. Die oriëntatie was bij Reich van meet af aan aanwezig. Ritmisch in de zin van percussief is zijn muziek lang niet altijd, opzwepend is ze altijd, ook als hij niet voor slaginstrumenten schrijft.
Different Trains (1988) is een werk voor strijkkwartet met tape waarop stemmen zowel niet als wel vervormd te horen zijn. Reichs ouders scheidden toen hij één was en Reich reisde als kind diverse malen met zijn gouvernante tussen New York (waar zijn vader woonde) en Los Angeles (naar zijn moeder). Later realiseerde hij als jood zich dat een treinreis in Europa in dezelfde jaren voor joden meestal een andere bestemming had. Dat besef resulteerde in een driedelig werk: in deel één (spelend in Amerika) horen we flarden van vooroorlogse herinneringen door de gouvernante, in deel twee verklaringen van getuigen van de Holocaust en in deel drie verklaringen van diezelfde getuigen over Amerika na de oorlog. Het ritme van de gesproken taal stuurt het ritme van de muziek, terwijl in harmonisch opzicht de muziek zijn eigen weg volgt. De muziek is voor Reich even dramatisch als het einde onverwacht is. De kracht zit in de constante hoogspanning en de onvoorspelbare vorm.