Ik ben geen regisseur van mijn nalatenschap, ik kan me dan ook niet voorstellen dat ik over vijfentwintig jaar als een oude zak zeg: wat leuk, meneer Jansen, dat u dat stuk van mij nog eens wilt uitvoeren. Ja, die Chinese violen heb ik nog op zolder liggen. (Dick Raaijmakers, geciteerd in ‘De wellustige tandarts & andere componisten’ van Elmer Schönberger, op pagina 168).
De directe aanleiding tot het maken van Mao leve! – ondertitel: Een audiovisuele oefening in artificieel sentiment – vormde het overlijden van Mao Zedong op 9 september 1976. De opzet was om met betrekkelijk eenvoudige middelen – dia’s en luidsprekers – een soort kunstmatig sentiment van rouw en deelneming gestalte te geven.
Binnen een hiertoe ingericht kitscherig tableau vivant zien we op zeven na elkaar vertoonde dia’s een groep kinderen – uitgeknipt uit een Chinese ansichtkaart – door een babybijtring naar zeven opeenvolgende etappes van de lange Mars kijken, uitgestippeld op zeven landkaartfragmenten. Witte kunstbloemen omkransen de ring. Uit de luidsprekers klinken vogelzang en onweergeluiden, gecompleteerd met zeven zogenoemde afscheidsliederen uit de Chinese operafilm The East is Red (1965). De vogels symboliseren de vlucht die de gedachte uiteindelijk zal nemen en het onweer de tegenslag, het gevaar en het doorstane lijden, onderweg. De achtste en laatste dia toont de beeltenis van Mao Zedong door Andy Warhol gezeefdrukt in enkele ‘verkeerde’ monotinten. Mao, de laatste dode. Rode kunstbloemen van Chinese zijde versieren dit portret bij wijze van afscheidsgroet. Een verwaaide Tod und Verkläring van Richard Strauss completeert het artificiële boeket.
Luigi Nono componeerde La fabbrica illuminata voor stem en tape in 1964. De compositie is opgedragen aan de arbeiders van de Italsider staalfabrieken in Genua. De titel La fabbrica illuminata wil zoveel zeggen als ‘de fabriek die verlicht is’, ‘verlicht’ dan in de zin dat de arbeiders weten waar ze aan toe zijn.
De gezongen tekst is een samenstelling van teksten van die arbeiders zelf, teksten uit de arbeidsovereenkomsten (bewerkt door Giuliano Scabia), en een tekst van de dichter Cesare Pavese (het laatste fragment uit het gedicht (“Two poems for T.”).
In zijn compositie laat Nono deze teksten als het ware versmelten met het geluid van de zware fabrieksmachines. Hij voegt er ook elektronische klanken aan toe en transformeert het geheel tot een nieuwe muzikale eenheid, die door een sopraan van commentaar wordt voorzien: een klaagzang over sociale misstanden en het lot van de arbeidersklasse.
La Fabrica Luminata ging op 15 september 1964, tijdens La Biennale di Venezia XXVII, in het Teatro La Fenice in première.
Der Fall Leiermann is in 1991 geschreven voor een solo-uitvoerder die in een spotlight op een stoeltje in een verder donkere omgeving een zogenaamde ‘draairecorder’ bespeelt. Deze draairecorder is het restant van een oude Amerikaanse bandrecorder waaruit de motoren zijn weggesloopt. Het bandtransport geschiedt uitsluitend op handkracht door middel van een op de recorder geplaatste slinger. Het zo regelmatig mogelijk ronddraaien van de slinger om daarmee het op de band opgenomen lied van Schubert Der Leiermann toonzuiver te kunnen weergeven vergt van de draaier een enorme inspanning.
Het is een prachtig voorbeeld van het conceptuele denken van Dick Raaijmakers: een lied over de bespeler van een draaiorgel afspelen op een tot draaiorgel getransformeerde bandrecorder, met dramatisch muziektheater als gevolg.
Het volledige muziektheaterstuk Der Fall Leiermann bestond uit 3 delen, gebaseerd op het slot van de televisiefilm Mit meinen heiszen Tränen (1986) van Fritz Lehner. In het eerste deel van Der Fall Leiermann wordt Schubert achtervolgd door de dood, die zich in de gedaante van een invalide zwerver moeizaam voortbeweegt op een houten loopfiets. Op het moment dat de Schubert-figuur een lange steile stenen trap afdaalt naar een binnenplaats van een oud Weens woonblok kan de zwerver hem vrijwel onmogelijk volgen. Beneden aangekomen blijft Schubert met zijn rug naar de trap stilstaan en wacht af hoe de zwerver met zijn fiets het karwei van de levensgevaarlijke afdaling zal klaren. Daarmee daagt hij de dood uit hem (in) te halen. Bij deze scene begint in Der Fall Leiermann de Leiermann-figuur te draaien aan zijn draairecorder.
Der Fall Leiermann ging deel uitmaken van de grotere muziektheaterwerken Dépons/Der Fall uit 1992 en Der Fall/Dépons uit 1993. Pas in 1996 werd Der Fall Leiermann in zijn oorspronkelijke vorm in Utrecht uitgevoerd als onderdeel van het programma Solo für … Ook werden uitvoeringen van Der Fall Leiermann gebracht waarbij het werk tot de essentie – het spelen van het Schubertlied op de draairecorder – werd teruggebracht. Dit is wat wij op 13 december ’s middags in Korzo gaan horen en zien.
Ballade Erlkönig is ontstaan door enkele honderden op tape vastgelegde radiosignalen uit het kortegolfgebied in allerlei configu-raties en volgorden op tape af te draaien en te mixen. Het van oorsprong zeer uitgebreide en nauwgezet gecatalogiseerde arsenaal van kortegolfgeluiden was opgezet als een soort reservoir waaruit bij de voltooiing van Radioproject geput zou kunnen worden. Toen de voorgenomen realisatie van dit project niet haalbaar bleek, bleef het reservoir aan radiogeluiden ongebruikt. Deze in wezen ondefinieerbare radiotelegrafische en – telefonische signalen uit het kortegolfbereik fungeren als evenzovele overlevings-tekens uit de sloppenwijken van he etherrijk. Onafgebroken nemen deze onbegrijpelijke tekens de gedaante aan van multi-interpretabele seintjes, ruisjes, rafeltjes, toontjes, akkoordjes en onverstaanbare menselijke stemmen. In dit sciencefictionachtige schimmenrijk heerst de roep, minder de spraak en het minst de muziek.
Raaijmakers heeft op een ochtend al deze geluiden in een snel en wild proces aaneen gemixt tot een muziekstuk op tape van 23,5 minuten. Achteraf bleek deze handelswijze te hebben geleid tot het ontstaan van een onvervalste epische ballade, hoewel dat niet de opzet van het project was. Integendeel, de oorspronkelijk nagestreefde open vorm van Radioproject sloeg in het componeerproces om in z’n radicale tegendeel, namelijk een zich lineair afwikkelend, consistent drama.>
De dramatische ‘contour’ van de uiteindelijke mixage op band bleek een frappante overeenkomst te vertonen met die van Goethe’s befaamde ballade Erlkönig, Wellicht was dit een kwestie van hineininterpretieren, maar de paralellen zijn onmiskenbaar. Alles inclusief de ontknoping, alle strofen, alle wisselingen van stemmingen, alle aanduidingen en interpretaties die de vader, het jongetje en Erlkönig ten beste geven, alle natuurgeluiden, alle spookachtige geluiden, kortom álles wat zich in de oorspronkelijke ballade voordoet, valt precies met de in een creatieve eruptie ontstane ‘gebeurtenissen ‘op de band samen.
Om dit onvermoed samengaan van Goethe’s verhaal met de labyrintische kortegolfgeluiden te benadrukken worden tijdens publieke uitvoeringen van Ballade Erlkönig op het niveau van een muziektheatrale omgeving getild. Het is in deze vorm tal van keren voor publiek vertoond. In de dramatische mise-en-scène waarin beeld en gelid van de ballade zijn samengevoegd, is het amalgaam van radiogeluiden het onherbergzame gebied vol duisternis en dreiging waarin een doodziek jongetje door zijn vader tijdens een snelle en nachtelijke rit te paard naar een hofstede wordt gebracht. De elfenkoning, de vader en het zoontje communiceren tijdens de rit niet zo goed met elkaar en interpreteren ieder op eigen wijze het aan hen voorbijtrekkende nachtelijke landschap en de daarmee samenhangende lotsbestemming van het jongetje. Ballade Erlkönig doet daarvan verslag en vertolkt de steeds wisselende stemmingen van het drietal. (zie het minuten-draaiboek bovenaan).
Als de stofwolken die de vader dwars door het land der taal- en muzieklozen heeft doen opdwarrelen enigszins verwaaid zijn, en het rijk van Erlkönig met zijn feeën, zeeën, draperieën, fantomen en illusies voor de ogen van het medeplichtige zoontje ineenstort, door toedoen van wat nu een verwaarloosd griepje zouden noemen, blijft het gezang uit de ether onafgebroken doorgaan en berichten doorgeven over een grauw en uitzichtloos voortbestaan.
Uit: Dick Raaijmakers – Monografie