za 15 maart 2008
15:00
Atrium

Wie Steve Reich is behoeft hier nauwelijks betoog. Dat gaat echter niet op voor zijn Six Pianos uit 1973. Dit stuk wordt zelden of nooit gespeeld. Dit heeft niet in de laatste plaats te maken met de bezetting, waardoor de uitvoeringsmogelijkheden sterk beperkt zijn. Six pianos behoort tot de eerste serie grote composities waarin Reich zijn oorspronkelijke uitgangspunten rond fase-verschuivingen in de muziek uitbreidt. Waar in eerdere composities zijn verschuivingstechnieken het ritmische of melodische resultaat tot doel hadden zorgt in dit stuk de opbouw van verschoven patronen voor kleine harmonische veranderingen in de harmonische resultante. Steve Reich SSix pianos is een productie van de Johan Wagenaar Stichting.

Julius Eastman (New York 1940 – Buffalo 1990) is een geheel eigen figuur in de muziekscène van downtown New York in de jaren 70 en 80. Zijn muziek is te beschouwen als een post-minimal traject nog voordat de mimimal-muziek goed en wel begonnen is. Hij blikt vooruit op de invloed van popmuziek, maakt gebruik van improvisaties en het is hem zeker niet te doen om muziek uitsluitend ‘geleidelijk’ te laten verlopen. Waar de werken van Reich zich overwegend kenmerken door een evenwichtig en transparant verloop, kenmerken de – in bezetting althans – vergelijkbare werken van Eastman zich door een enorme explosieve kracht, bijna Wagneriaans van expressie. Een kracht die, door de fundamentele focus op het geluid, sterk appelleert aan het pure geluidsonderzoek, waar het de vroegste minimalisten in eerste instantie ook om te doen was. Het is wonderlijk dat deze eigengereide figuur nagenoeg vergeten is (overigens ook in de VS). Pas vrij recent is er een opleving van wat er nog rest van zijn muziek.

Om al te romantische associaties met Wagner uit te bannen nog het volgende. In een mondelinge toelichting op zijn werk noemt Eastman zijn muziek Organic Music. Wie hem beter leert kennen kan vermoeden wat hiermee bedoeld wordt. We moeten dan beseffen dat Eastman, een fantastisch talent, nooit de erkenning heeft gekregen waar hij recht op meende te hebben. Hij weet dat voornamelijk aan het feit dat hij zwart was (in hoeverre ook zijn homoseksualiteit, die hij niet onder stoelen of banken stak, hier een motiverende factor is geweest laten we buiten beschouwing). Een typisch voorbeeld: terwijl collega componisten als Reich en Glass in de bloeiperiode van de muziekscène van downtown New York konden doorstoten, moest Eastman letterlijk zien te overleven. Gedreven door de wens naar een in financieel opzicht enigszins zeker bestaan, probeerde hij, telkens weer tevergeefs, een positie als muziekdocent te bemachtigen. Toen hij te horen kreeg dat de baan die hem aan de Cornell University in het vooruitzicht was gesteld niet doorging, gaf hij de moed op. Hij raakte aan de drank en de crack. Hij kreeg nog een betrekking bij Tower Records, maar op een goede dag liep hij daar weg, om nooit meer terug te komen. Hij werd uit zijn huis gezet. Zijn spullen, waaronder ongetwijfeld ook ongepubliceerde partituren, werden door de politie in beslag genomen. Hij eindigde als dakloze en overleed eenzaam in een ziekenhuis te Buffalo.

Met dit in het achterhoofd wordt het duidelijk dat titels als Angry Nigger en Crazy Nigger nadrukkelijk niet zijn bedoeld als zelfspot. Voor Eastman is het begrip Nigger (hij spreekt ook van Field Nigger) de basis – in politiek-economische zin ook de basis van de Amerikaanse economie. Waarbij wij moeten beseffen dat hij zijn uitspraken deed in een tijd dat de meeste Amerikanen nog worstelden met de betekenis – en consequenties – van de doelstellingen die Martin Luther King enkele jaren eerder eerder had geformuleerd. Begin jaren 70 maakte de zwarte cultuur de VS een bloeiende fase door waarin trots op het eigen culturele karakter uiteraard een belangrijk kenmerk was. Juist in deze fase kreeg de aanhang onder de blanke bevolking grote proporties; niet alleen in de soulmuziek, maar ook in de cinema (denk aan de blaxploitation die de afgelopen 10 jaar hier opnieuw ontdekt is). Besef wel dat deze beweging slechts enkele jaren volgt op de volledige afschaffing van de rassenscheiding in de USA! Het begrip Nigger staat voor Eastman gelijk aan basicness, het is fundamental, en not elegant. Het staat voor groundness: de verbondenheid met de Nigger waar Eastman zich als mens en componist tot op het laatst mee vereenzelvigde.

Deze produktie kwam tot stand dankzij bijdragen van de Johan Wagenaar Stichting, het Prins Bernhard Cultuurfonds en de M.A.O.C. Gravin van Bylandt Stichting.

Met speciale dank aan: Jacqueline Peters en haar collega’s van Bureau Evenementen, Anastasia Chiarella van Stichting Atrium, Paul Jeukendrup, Aat Seger, Voneinzig Productions, Mary Jane Leach, Peter Adriaansz.

“Eastman was an energizing underground figure, one whose forms are clear, whose methods were powerful and persuasive, and whose thinking was supremely musical… When has such a brilliant composer come so close to disappearing from history’s grasp?” Kyle Gann

“We hebben het over een maniakaal stuk waarbij vier pianisten zich in het zweet zitten te spelen en de vleugels op dit moment waarschijnlijk al niet meer om aan te horen zij qua stemming.” Cees van Zeeland

Julius Eastman Crazy Nigger is een productie van de Johan Wagenaar Stichting

Ontwerp geluid: Clare Gallagher, Gallagher Audio Engineering
Licht: Morestage BV Pink Steenvoorden
Produktie: Johan Wagenaar Stichting – Caroline Bakker, Jolanda de Heus
PR: Lieke Timmermans, Bureau Timmermans
Installatie en vormgeving: Natascha Helmer
Videoregistratie: Carrie de Swaan van Swaan Produkties
Camera: Paul van den Bos
Fotografie: Joris Jan Bos

Altijd als eerste op de hoogte?
Schrijf u in op onze nieuwsbrief!

U ontvangt regelmatig programmanieuws en mooie aanbiedingen.

U gebruikt een verouderde browser van Internet Explorer die niet meer wordt ondersteund. Voor optimale prestaties raden wij u aan om een nieuwere browser te downloaden. Hiervoor verwijzen wij u door naar:

browsehappy.com sluiten