Mathilde Wantenaar: what’s new?
Amarante Nat
–
I listen to the ocean and all I hear is you
Mathilde Wantenaar
–
Strijkkwartet nr 1 deel 2
Rick van Veldhuizen
–
Liederen voor mezzosopraan, altviool en cello
Max van Platen
–
Voor ik slaap
Max van Platen
–
Pianotrio
Tijmen van Tol
–
Pianokwintet
Jan-Peter de Graaff
–
Fanfarelle
Jan-Peter de Graaff
–
2 souvenirs voor mezzo-sopraan en piano
Jasperina Verheij, mezzo-sopraan / Rutger Jansen, piano / Pelargos Kwartet / Rachel Pouwer, gespreksleider
Een groep jonge componisten werpt nieuw licht op het concept ‘vernieuwing’ in de muziek. Soms lijkt het wel of je ‘vernieuwend’ moet zijn om als componist serieus genomen te worden. Maar waarom? Gastcurator Mathilde Wantenaar vindt het belangrijk om in het festival ook werk van geestverwanten en generatiegenoten te laten horen, die net als zijzelf vaak geen beeldenstormers zijn en allemaal op hun eigen manier juist teruggrijpen op de traditie. Hoe noodzakelijk is vernieuwing eigenlijk – moet iedere componist een revolutionair als Monteverdi, Beethoven of Stravinsky zijn? En hoe vernieuwend is het nog als iedereen vernieuwend is – of als de noodzaak voor ‘vernieuwing’ leidt tot rigide voorschriften?
De componisten op het programma zijn Amarante Nat, Rick van Veldhuizen, Max van Platen, Tijmen van Tol, Jan-Peter de Graaff en Mathilde zelf. Hun stukken zijn hooguit een paar jaar oud – en ja, dat noem je dan dus nieuwe muziek.
Met Rick Veldhuizen en Tijmen van Tol heeft Mathilde samen gestudeerd in Amsterdam. Jan-Peter de Graaff en Max van Platen studeerden aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, waar Wantenaar na haar compositieopleiding zang studeerde, maar hen beiden kende ze al van voor die tijd – Max zelfs sinds haar kindertijd. Met Amarante Nat zat Mathilde op het Barlaeus Gymnasium in Amsterdam; Amarante begon haar studie in Amsterdam en voltooide die in Den Haag.
“Voor dit concert wilde ik componisten uitnodigen die ik al lange tijd ken, die ik niet alleen als componist bewonder maar die ook hechte vrienden van me zijn. Ze maken heel uiteenlopende muziek, maar dat vind ik juist interessant,” zegt Mathilde. Stilistisch bestrijken de zes componisten een breed spectrum. Rick Veldhuizen bevindt zich helemaal aan de andere kant, vanuit Wantenaar bezien: “Rick maakt experimentele muziek, is bevlogen over microtonen. Ik houd me met heel andere dingen bezig, maar ik ben dol op Rick en ik wil absoluut horen wat hij maakt,” zegt Wantenaar.
Die wederzijdse belangstelling, ook voor collega’s met andere interesses, is de insteek van het programma: “Misschien is het een vertekend beeld, maar ik heb de indruk dat vorige generaties dogmatischer waren, hardere ideeën en voorschriften hadden. Componisten van mijn generatie hebben geen eensgezinde richting. Dat brengt een zekere eenzaamheid met zich mee, en van een afstandje lijkt het misschien doelloos. Maar het geeft ook vrijheid en ademruimte. Verscheidenheid, dat verschillende stemmen gehoord worden, is vooral iets moois.”
Dus: what’s new? “Misschien dat mijn generatie zich afzet door zich níet af te zetten,” zegt Wantenaar. “Het is een dubbel gevoel: enerzijds vind ik zulke discussies interessant en inspirerend, maar aan de andere kant ook vermoeiend. Laten we gewoon muziek maken, denk ik dan. Dat is míjn antwoord op de vraag.”
In gesprek
Rachel Pouwer (van o.a. NPO Cultuur) gaat tijdens dit programma in gesprek met Mathilde en haar collega componisten over wat vernieuwing in de muziek nu precies is. Waarom is het een wel nieuw en het ander niet? En wie bepaalt dat? Als we allemaal op dezelfde manier vernieuwen, hoe vernieuwend is dat dan nog?