De Sonate voor viool en altviool componeerde Henk Badings (1907-1987) in 1928, 21 jaar oud. Al op die leeftijd deed hij zijn latere reputatie van veelschrijver eer aan: in hetzelfde jaar schreef hij nog twee sonates, een sonatine, een quintet en een concert voor viool en orkest.
De tweede Sonate voor cello en piano van Leon Orthel (1905-1985) dateert uit 1958. Hij schreef het werk in opdracht van de gemeente Amsterdam en het is opgedragen aan Samuel Brill, indertijd de tweede solocellist van het Koninklijk Concertgebouworkest.
De Cavatina uit 1952 van Henk Badings is een werk voor variabele bezetting. Vandaag klinkt de combinatie van fluit en harp, maar er bestaat ook een versie voor fluit, altfluit, viool, altviool of hobo en harp en voor altsaxofoon en piano.
Componeren voor ongebruikelijke instrumenten en bezettingen is het handelsmerk van Martijn Padding (1956). Dat geldt ook voor Three opposite pieces uit 2011, dat is geschreven voor viool en bayan (harmonium of accordeon).